U bent hier

Electrische tram São Carlos

tipo de material: 
bonde

In 2014 vierde São Carlos, een stad in de staat São Paulo, de honderdste verjaardag van de elektrische trams. Het 50-jarencontract tussen de "Cia Paulista de Eletricidade" (CPE) en de gemeentelijke overheid werd getekend op 15/06/1912. De installatie door "Societé Franco-Belge du Chemin du Fer" begon in mei 1914 en de officiële inhuldiging later dat jaar. De eerste tram reed uit op 27/12/1914.

De trams van San Carlos waren van Belgisch fabrikaat (La Groyère, La Louvière) en begonnen hun werkdag vroeg. Om zes uur waren ze ter plaatse aan hun startpunt en klaar voor de eerste rit. Aan het eind van elke dag, rond 23 uur, reden ze de garage in. Het "Estação dos Bondes" (tramstation) was een groot gebouw, gelegen in de wijk Vila Nery tussen de straten Marechal Deodoro en Padre Teixeira.

Het contract werd op de vervaldatum 15/06/1962 niet hernieuwd en reden de trams niet meer uit. Het tramstation kreeg in tegenstelling tot het Gemeentelijke Slachthuis geen nieuwe culturele bestemming, bvb. als trammuseum, maar werd geveild, gesloopt en vandaag rijzen op die plaats twee woontorens.

Maar de "belgacarlopolitanos" of "vermelhinhos", zoals de trams door de plaatselijke inwoners genoemd werden, zijn nu nog altijd één van de iconen van de stad.

bonde belga linha 3 São CarlosSão Carlos telde drie tramlijnen. De "1" verbondt het "Cemitério Nossa Senhora do Carmo" (kerkhof) met het treinstation van de Companhia Paulista de Railroads. Lijn 2 maakte de verbinding tussen het "Santa Casa de Misericórdia" (Huis van Barmhartigheid) en het bisschoppelijke gymnasium en de "3" vervoerde passagiers van het ARCESP Plein in Vila Nery naar het treinstation. De drie lijnen doorkruisten het centrum van de stad, hadden diverse overstapplaatsen en kwamen in het treinstation aan tijdens de aankomst- en vertrekuren van de treinen. Uiteraard reden ze ook langs de fabrieken van São Carlos.

Het openbaar vervoer had toendertijd een hoge status en was geïntegreerd in het dagelijkse leven. In tegenstelling tot vandaag waar de auto het toppunt van individualiteit is, fungeerde de tram als ontmoetingsplaats. Auteur Eduardo Kebbe uit São Carlos verwoordt het in 1974 in een stedelijk tijdschrift als volgt: "De trams zijn broederlijk. Op het moment waarop de arbeiders 's avonds massaal de fabrieken verlaten - een tijdstip dat samenvalt met de start van het avondonderwijs - en de tram al afgelaten vol zit met passagiers waarvan sommigen aan de balustrade hangen ... Nu ja, als de tram toen stopte aan de halte om nog meer mensen op te laden ... Steeds kon er nog ééntje bij ... ".

De trams werden ook gebruikt tijdens de feesten. Tijdens het carnaval werd de stoet begeleid door "Bonde da Alegria" (tram van de vrolijkheid) en de mensen genoten. En uiteraard haalden kwajongens allerlei grappen uit en legden stukjes zeep en rijpe bananen op de rails of beklommen de trams. En glycerol voor hun vliegers verkreeg de jeugd door stukjes glas op de rails te leggen dat vervolgens door de tramwielen vermalen werd tot poeder. 

De electrische gelijkstroom waarmee de trammen reden, werd opgewekt door de waterkrachtcentrale Monjolinho die in 1893 in werking trad en wellicht de oudste van Brazilië is. Om deze reden besliste de Companhia Paulista de Forca e Luz om er een museum over de geschiedenis van de energie in onder te brengen, evenwel zonder haar werking stil te leggen. 

In 1962 werd het contract tussen de stad en CPE niet vernieuwd. De ondernemer en kenner van de plaatselijke geschiedenis van São Carlos, Nelson Maffei, verklaart dat het tramsysteem overbodig werd door de opmars van de auto. "Trams werden gemaakt voor horzintale steden. São Carlos heeft zeer heuvels wat het onderhoud van sporen en rollend materieel erg duur maakt. De kosten-batenanalyse viel op dat moment negatief uit. Maar één ding is zeker, de trams waren erg geliefd bij de plaatselijke bevolking en leven voort in talrijke verhalen en anekdotes."

Het nieuws van de afschaffing van de tramlijnen veroorzaakte een "opschudding" in de stad. Er werd betoogd en geprotesteerd tegen hun verdwijning maar de financiële macht had meer kracht en vandaag is al wat materieel rest een gedenkteken en een tramvoertuig nabij de oude stelplaats in Vila Nery.

Bronnen:

 

Foto's: Marc Storms, oktober 2014