U bent hier
De immigratie van Belgen in Botucatu (SP)
Op 30 juni 1960 werd de Democratische Republiek Congo onafhankelijk en de Belgische regering gedwongen een oplossing te zoeken voor de aldaar gevestigde 89.000 Belgische kolonisten. Velen keerden terug naar België, maar er waren ook kolonisten die zich hiertegen verzetten en een nieuwe plek eisten met omstandigheden "vergelijkbaar" met deze in de voormalige Belgische kolonie. Daarom zocht de regering naar bestemmingen om aldaar uitgewezen gezinnen te vestigen. En zo kwam ook de migratie naar Brazilië in zicht.
Niettegenstaande België een ambassade en consulaten had in Brazilië, was dit land een grote onbekende. Daarom deed de regering beroep op buurland Nederland dat al ervaring had in Holambra. Charles Hogenboom was president van de in 1948 door Nederlanders gestichtte agrarische kolonie Holambra, gelegen in de regio van Campinas in de staat São Paulo. België en Nederland ondertekenden een overeenkomst waarbij de heer Hogenboom op zoek zou gaan naar "een agrarisch gebied voor de installatie van een coöperatie voor de kolonisten uit het voormalige Belgisch Congo". De keuze van Hogenboom viel op de Fazenda Monte Alegre, gelegen in Botucatu, in de staat São Paulo. Botucatu is een Tupi-Indiaans woord dat goed weer en goede lucht betekent. De Fazenda Monte Alegre was goed bekend in de staat São Paulo. Eigenaar was José Augusto Rodrigues en er groeiden circa één miljoen koffieplanten. Met 4.010 acres (9.704 hectares) kostte het de Belgische regering het equivalent van 650.000 US dollar.
De coöperative Sociedade Cooperativa Agropecuária Belgo-Brasileira (SCABB) werd op 22 september 1961 opgericht en de eerste Raad van Bestuur bestond uit voorzitter, dhr. J. Henderickx, penningmeester, dhr. A. Michiels, secretaris, dhr. A. Renard en als leden van de raad, de heren E. Champion en Loverius.
In het jaar 1971 woonden er 361 volwassenen en kinderen, er werden 40 kinderen geboren, 6 personen stierven en 14 huwelijken vonden plaats (tussen 4 Belgen en 10 tussen Belgen en Brazilianen). In totaal bestond de kolonie in dat jaar uit 405 Belgen en 10 Brazilianen.
In 2011 organiseerde het Cultureel Centrum Botucatu, o.l.v. historicus João Carlos Figueroa, de fototentoonstelling Belgen in Botucatu. Ze vertelt het verhaal van de komst van de Belgen naar Monte Alegre via foto's en toont het traject van de eerste bewoners en de bouw van deze gemeenschap . De foto's zijn beschikbaar in https://www.flickr.com/photos/centroculturalbotucatu/sets/72157628607570....
Aanvankelijk kreeg elk lid van de Coöperative een gebied van 50 ha. Wegens de terugkeer van Belgische families naar Europa, werd het terrein in 1963 herverdeeld en kregen de kolonisten een gebied van 150 ha. Ze bouwden hier hun huizen in Europese stijl.
Wanneer de Belgen in 1961 aankwamen, was de stad Botucatu in feeststemming. Maar Botucatu had amper gelijkenis met de "Belgisch Congo". De economie was anders, alsook haar bevolking, maar vooral de relatie met België. Er is immers een groot verschil in wonen in een land dat een Belgische kolonie is, waarbij de moederstaat alle logistieke ondersteuning verzorgt zoals onderwijs en gezondheidszorg, en verblijven in een onbekend land, met een onbekende taal en zonder de volledige steun van de Belgische regering. Dit leidde tot veel ontevredenheid onder de ingeweken gezinnen in Botucatu. Slechts een minderheid van de leden van de coöperatie waren boeren, het merendeel was onbekend met landbouwactiviteiten. Met als gevolg dat de oogsten niet beantwoordden aan de oorspronkelijke verwachtingen en de verspreiding van geruchten dat ze misleid waren door de Nederlanders inzake kostprijs en kwaliteit van het land. De heer Hogenboom werd ervan beschuldigd dat hij aan de Belgische kolonisten een uitgeputte fazenda doorverkocht, terwijl hij tezelfdertijd in Paranapanema (SP) een veel vruchtbaarder gebied aankocht om aldaar Holambra II te vestigen voor de kinderen van de eerste coöperatie.
Geallarmeerd trachte de Belgische regering in 1963 de problemen te verlichten via hulp de oprichting van een sociaal fonds en het aanbod van studiebeurzen voor de cooperanten en hun kinderen. De regering ontkende dat zij in fout was inzake de keuze van de locatie en de aard van de landbouwkundige activiteiten. Met de economische hulp en technische bijstand van de Belgische overheid, werden de volgende gebouwen toegevoegd aan de Fazenda Monte Alegre:
- Fabriek voor de productie van diervoeder, met bijhuis;
- Zuivelfabriek en waterput (gebouwd door een Belgische technicus);
- Bakkerij en bijhuis;
- Watertank;
- 2 scholen;
- 1 school voor kleuteronderwijs;
- 45 huizen en een kerk;
- 2 silo's;
- Rijstfabriek;
- Elektriciteittransformatoren.
Ten gevolge van de slechte landbouwresultaten opteerde SCABB om over te schakelen naar veeteelt en productie van melk en afgeleide producten. Dankzij de nieuwe zuivelfabriek en een uit Franrkijk geïmporteerde machine, was Laticínio Belco de eerste producent in Brazilië die melk verpakte in plastieken zakken. De melk, kaas en boter van het merk Belco hadden een zeer goede faam in de staat São Paulo. Jaren later werd de zuivelfabriek overgenomen door "Leite Paulista".
Net zoals de Nederlandse kolonie kreeg de Belgische kolonie zijn geestelijke leider. In het begin was dit priester Alexander Veraart en later, Renato (Renee) Van Hoorickx, beiden van de Rooms-Katholieke Kerk. Veraartver bleef acht jaar in Botucatu. Hij vroeg en kreeg hulp van een hulppriester gezien het vele werk en de spanningen in de Belgische kolonie. Priester Veraart die woonde op de Fazenda Monte Alegre, las dagelijks de mis in de parochies van de stad Botucatu, maar ook in Anhembi, Pratânia en Areiópolis. Priester Van Hoorickx arriveerde in de tweede helft van de jaren 1960. Hij sprak al Portugees door zijn vorige ervaring in een Portugese kolonie in Afrika.
De Belgische kolonie ontving verschillende belangrijke bezoekers in Monte Alegre:
1961 – Sr. Hogenboom, Voorzitter van de Coöperatieve Holambra II;
1962 - Koning Leopoldo III en Prinses Liliane (die verbleven in het College Santa Marcelina); Dhr. Colot, Belgisch ambassadeur in Brazilië;
1963 – Dhr. Bihim, Belgisch ambassadeur en de heren Derkinderen en Wollecamp;
1969 - Francisco Mesquita, toenmalig directeur van de krant "O Estado de São Paulo";
1973 - Dhr. Gaston Derkinderen, Minister van Ontwikkelingssamenwerking en Dhr. Ives Vercauteren, Belgisch Consul-Generaal in São Paulo.
In het begin van jaren 1980 startte de kolonie ook een bierbrouwerij. Cervejaria Belco brouwde de erg geaprecieerde Belco-pils. De brouwerij werd overgenomen door Schincariol en verhuisde in 1985 naar de stad São Manoel, door meningsverschillen met de gemeente Botucatu.
De nakomelingen van de pioniers waren, dankzij de hulp van de Belgische regering, in staat om te studeren. De meeste verlieten Monte Alegre, sommigen werden handelaars in Botucatu of São Paulo, anderen volgden een loopbaan bij Universidade Estadual Paulista (UNESP) of andere universiteiten.
In 1987 werd de voormalige Coöperatieve hervormd, waarbij de oorspronkelijke functie afgestoten werd. Toch bevat ze nog een aantal Belgen of Belgische nakomelingen in haar kaders. Veel kolonisten keerden terug naar België. Degenen die in Brazilië bleven integreerden zich net zoals alle ander groepen migranten die de Portugese inwikkelingen vervoegden zoals Italianen, Spanjaarden, Duitsers, Syrisch-Libanesen, Japanners en vele anderen die in Brazilië een veilige haven hebben gevonden.
Tekst: Marc Storms, gebaseerd op: http://www.armandomoraesdelmanto.com.br/...
Foto's: https://www.flickr.com/photos/...
Info over Charles Hogenboom is beschikbaar in het Nederlands op https://holambra.nl/?p=666